EEN 'VERS' IN SITU KAMPEMENT (1965) UIT HET MIDDEN PALEOLITHICUM VERSUS EEN WINDLAK-KAMPEMENT (2008 - HEDEN) ZONDER IN SITU, OOK UIT HET MIDDEN PALEOLIHICUM.
Vanaf 1975 is dit al gaande. Dat jaar was een mijlpaal met de start van de verloochening van de opgravingen van Hoogersmilde A/B en Hijken. Met de arrestatie van Tjerk Vermaning en daarop volgend drie rechtszaken, was er een weg ingeslagen waarop terugkeren onmogelijk was geworden. De wetenschap bijt zich in deze zaak vast als een pitbull, ze kunnen niet loslaten. Dit verhindert in de jaren die volgen elke redelijke communicatie met anders denkenden. Dezen worden keer op keer weggezet als 'gelovigen', als leden van een sekte rondom de heilige Vermaning. Het is een professor die hierin het voortouw neemt.
Een andere professor lijkt alle fatsoens- normen vergeten te zijn en pleegt karaktermoord op overledenen, door ze op te voeren als de leiders van een groot complot tegen de gevestigde wetenschap, waarvan hij en Vermaning beiden slachtoffer zijn. De professor lijkt zijn eerdere beschuldigingen aan het adres van Vermaning te willen omzetten in een omhelzing en gaat zo naast hem staan op het eerder door hemzelf opgerichte schavot voor de, ook door hemzelf beroemd gemaakte amateurarcheoloog. In deze visie zijn beiden opeens martelaren geworden. Het op deze manier sussen van het geweten zou alarmbellen moeten doen rinkelen binnen de gelederen van de paleo-wetenschap. Dat is echter niet het geval. Men komt met een spectaculaire ontdekking op de proppen, Neanderthalkampementen nabij Assen-Noord (Balloo). Dat moet Vermaning doen vergeten, de professor uit de wind zetten en de Paleo-vitrine in het in 2011 te heropenen Nieuwe Drents Museum opvullen. Deze presentatie gaat tevens gelijktijdig gepaard met een ongekende openbare uithaal naar de valsheid van de Vermaning-vuistbijlen.
De valsverklaringen gaan vergezeld van hevige emotionele persoonlijke uiteenzettingen van hoe aardig en gastvrij het gezin Vermaning wel niet was en dat men in het begin de echtheid zou gaan bewijzen, en hoe jammer men het nu voor hem vindt dat ze helaas de valsheid hebben moeten concluderen. Men struikelt bijna over de herhaalde verontschuldi-gingen, want 'Vermaning was echt aardig' Dit gedrag past niet bij onderzoekers die een bedrieger ontmaskerd hebben. Het lijkt voorgekauwd voer voor psychologen.
Dit alles past wel bij wat de methode Waterbolk genoemd kan worden, werken met 'niet geijkte archeologische argumenten'. Daarmee werden de in situ vuistbijlen van Vermaning vals verklaard, en daarmee worden de vondsten van Assen-Noord ingedeeld als een kampement ter plaatse, ook al ontbreekt dat in situ. De vindplaats wordt zonder schroom omschreven als een van de belangrijkste van West-Europa. In het Drentse tijdschrift 'Waardeel' en in Het Dagblad van het Noorden van 21 dec. wordt de vondstgroep door diverse wetenschappers nog net op de valreep van 2011, vlak voor de kerstdagen, nog even aan de mensen in 'de geest van welbehagen' meegegeven. Er wordt verhaald van tachtig artefacten, daarmee is het 'de grootste Neanderthalvindplaats ten noorden van de grote rivieren'. We lezen ook: 'Kamp bevat meer schatten', waaronder 'gebrekkig gemaakte kinderartefacten'. Opgraven is ons devies.
Het is een mooi gebaar, zo vlak voor de feestdagen nog even de Neanderthaler van Assen uitnodigen voor een plekje onder de kerstboom. Hij komt met tachtig artefacten, maar belooft nog veel meer schatten, nu nog verborgen in het ‘kamp’. De APAN was gast tijdens de open persdag op 15 nov. van het Nieuwe Drents Museum. We kwamen speciaal voor wat omschreven wordt als ‘bijzondere pleisterplaats uit de prehistorie’. We hadden een eigen vitrine verwacht voor deze vondstgroep, die tot de belangrijkste van Noordwest-Europa wordt gerekend. Het enige wat er van getuigt is een wand met wat glanzende vuistbijlen, waarvan zeven, deels kapot, van Assen-Noord (Balloo). Van alle
zeven vuistbijlen kunnen uitvergrotingen bekeken worden.
In volgorde van nummering in de vitrine kunnen ze aangeklikt worden, of klik foto's rechts.
Vuistbijl 8
Vuistbijl 9
uistbijl 10
Vuistbijl 11
Vuistbijl 12
Vuistbijl 13
Vuistbijl 14 met ijzeraugiet samen met Eemster-spisschaaf EE-72-56 met ijzeraugiet. Bewijzen van autheticiteit.
We misten de rest van de tachtig, zoals de afslagen, klingen, schaven, boren, kernen en de gebrekkig gemaakte kinderartefacten. Wij weten een ander kampement, nog intact, bij Eemster. Daar vond Vermaning volgens dezelfde wetenschap ook gebrekkig gemaakte vuistbijlen, en juist daarom waren ze vals. Deze categorie is bij Assen nu opeens kinderwerk. Dat is nieuwe kennis en schijnt nu een belangrijke ontdekking te zijn.
"Meneer van der Waals had mij al gevraagd, meneer Vermaning wat wilt U ermee. Ik had hem gezegd, dat ik ze dolgraag wilde houden, ik was er gelukkig mee, ik wilde ze niet kwijt.......Hij zegt, ja maar het hoort bij elkaar. Ik zeg, daar kan ik niks aan doen, jullie nemen maar genoegen met wat er uit de grond is gekomen".
Dit gesprek moet in 1965, tijdens of vlak na de opgraving plaats hebben gevonden. Het is begrijpelijk dat dr. Van der Waals de artefacten, die door het diepploegen aan de oppervlakte waren gekomen en die door Vermaning waren opgeraapt, probeerde te verwerven. Hij wilde de vondstgroep als geheel kunnen bestuderen en er ten alle tijde over kunnen beschikken. Hoe hij dat voor elkaar kreeg werd duidelijk toen hij een paar dagen later weer bij Vermaning op het schip terug was. Hij had de snelste methode gevonden om alles in bezit te krijgen, zonder nog moeilijk te hoeven onderhandelen met iemand die niets wilde afstaan. Vermaning daar over:
"Hij zegt, meneer Vermaning, ik moet wel even ernstig met U spreken..Hij zegt, of U het nou goed vindt of niet, maar de vondsten zijn tot schatvondst verklaard".
Het gevolg was dat Vermaning zijn vondsten aan de Staat moest overdragen. Prof. Waterbolk en dr. Van der Waals hadden prof. Schwabedissen uit Duitsland verzocht om er een waarde aan toe te kennen. De waarde werd fl 14.000. Dit geldbedrag heeft hij gekregen en verplicht gedeeld met de eigenaar van de grond, boer Vos.
Kan iemand mij uitleggen wat een man drijft om zelf gemaakte vuistbijlen, plus nog wat andere artefacten zoals schaven, schrabbers en messen, op twee plekken in de bouwvoor van een pas diepgeploegde akker in de buurt van Hoogersmilde te stoppen?
Kan iemand mij uitleggen wat deze man daarna bezielt door direct naar huis te snellen en vol vuur zijn vrouw gaat vertellen dat hij een Neanderthalkampement heeft ontdekt?
Kan iemand mij uitleggen wat deze man en er toe aanzet om met latjes gemaakt van een sinaasappelkistje op de akker precies de plekken te gaan aanduiden waar hij de vuistbijlen en de andere artefacten in de bouwvoor heeft aangetroffen, ermee een verspreidingspatroon vormend?
Kan iemand mij uitleggen wat dit echtpaar doet besluiten om deze vondstgroep te gaan melden bij de officieel aangestelde archeoloog op het Drents Museum?
Kan iemand mij uitleggen waarom ditzelfde echtpaar na het avondbezoek van een deskundige ’s nachts samen de wacht houdt op de vindplaats, dit omdat de deskundige had vastgesteld dat het inderdaad om Neanderthalvondsten ging en nadat hij aangekondigd had de volgende dag terug te komen met meerdere specialisten, om op de akker de situatie te gaan bekijken?
Kan iemand mij uitleggen waarom deze man en vrouw hun gevonden deel, bestaande uit ca. 30 artefacten, niet wilden verkopen?
Kan iemand mij uitleggen hoe het mogelijk is geweest dat er tijdens de opgraving in 1965, die 42 in situ vondsten opleverde, nog tot op een diepte van 80cm onder de bouwvoor artefacten werden aangetroffen?
Tussen 1965 en 1975 kon niemand op deze vragen een antwoord geven, omdat in die tussentijd niet bekend was dat de vondsten vals waren. Toen dat in 1975 eindelijk bekend was wist iemand pas zeven jaren later uit te leggen hoe de man de valse vondsten zo diep de onverstoorde bodem in had kunnen duwen; hij had dat tijdens de opgraving gedaan, en wel ‘s nachts wanneer het regende. Gedurende veertien opeenvolgende nachten keerde hij telkens terug en vervalste zo de vindplaatsen A en B. Niemand had dat geraffineerde spel tijdens de opgraving en al die jaren daarna doorzien. Op één man na, in 1982 liet hij Drenthe weten dat het zo was gegaan. Het was de regen die de bodem week had gemaakt.
Dit is wat prof. Waterbolk in januari 1982 liet optekenen in een interview met hem, het werd afgedrukt in 'Maandblad Drenthe': 'als Hijken niet klopt, wat moeten we dan met de vondsten van Hoogersmilde daarvóór......En dat terwijl een paar stenen in situ (in natuurlijke laag) waren opgegraven. Ik zeg niet door wie, maar het moet 's avonds of 's nachts gebeurd zijn. Als je met zo'n op[graving bezig bent en je steekt het profiel af en iemand duwt er stenen in en het regent vervolegns dan zie je daar de volgende dag niks meer van. Tik zegt de schop.....Het bedrog omvatte niet alleen het maken, maar ook het plaatsten....Nee, nee, de geologen die er bij Smilde bij betrokken waren hebben dat toen niet gezien.....'
Kan iemand mij uitleggen waarom er nog mensen zijn die in deze onwetenschasppelijke uitleg blijven geloven en er zelfs bewijzen bij zijn gaan zoeken tot in 2011?
De opgraving van Hoogersmilde A/B duurde van 20 september tot 18 oktober 1965, onder perfecte weersomstandigheden. De opgravers spreken in al hun verslagen tot 1975 over een onverstoorde bodem. Het is daarom onverklaarbaar dat archeologisch Nederland de artefacten van deze site na 1975 als vervalsingen beschouwt. Prof. Waterbolk was in maart van dat jaar de eerste. Frans de Vries en z’n team voorlopig de laatsten?
KG
Collectie: Pieter Dijkstra
Foto's: Klaas Geertsma
Het team 'Valsheid in gesteente' bestaat uit:
Drs Frans de Vries
Deze man kan tijdens een opgraving (laten we aannemen van meerdere weken) vervalste artefacten zodanig in de bodem plaatsen dat bij afschaven niemand dit bedrog opvalt. Of de bodem droog of nat is maakt geen verschil.
Henk Paas
Amteurarcheoloog
uit Assen. Mede ontdekker van Balloo. Hij is een goede vuursteensmid en kan daarom prima artefacten slaan, ook bi-polair en vast ook wel vuistbijlen.
Hans de Kruijk
Deze man kan windlak namaken met een zandstraalmachine. Vreemd is dat het resultaat totaal niet lijkt op windlak zoals die aanwezig is op 'echte' midden paleolithen van het Drents keileemplateau.
Drs Marcel Niekus
Deze man beweerde op Steentijdforum dat er tijdens een opgraving een windkanter van vuursteen was aangetroffen (de enige in zijn soort). Het voorwerp kon hij echter even niet traceren.
Drs Lammert Postma
Deze man kan de glans op de 'valse' MP-artefacten van Vermaning namaken door stenen te poetsen met een borstel gedrenkt in water met leem. Vreemd is wel dat in 1975 op de stenen van Vermaning totaal geen glans voorkwam, dat was
nl een van de belangrijkste valsheidkenmerken.
Drs Marten Postma
Jan Timmner (TNO)
Dit team zou volgens De Vries als één man achter de conclusie staan dat Hoogersmilde, Hijken en Eemster uit vervalsingen bestaat, dat Vermaning ze gemaakt zou hebben, maar met hulp van handlangers die beschikten over een auto om de honderden kilo's vuursteen aan te voeren.
Maar is dat wel zo, deelt iedereen die conclusie? We hebben contact gezocht met enkele leden van het team, eentje antwoordde: 'Mijn bijdrage aan het onderzoek is uitsluitend van ondersteunend technische aard (de SEM) en niet van inhoudelijke aard'.
NIEUWS VAN DE STEENTIJDDAG LEIDEN 4 FEBRUARI 2012
De midden-paleolithische opgraving Balloo
Bij gelegenheid van de Steentijddag in Leiden op 4 februari 2012 presenteerde Marcel Niekus de voorlopige resultaten van de opgraving in Balloo, uitgevoerd door het Groninger Instituut voor Archeologie. Hierbij werd 60 m2 opgegraven
en dat leverde 85 artefacten op, waaronder 15 vuistbijltjes.
In situ werden o.a. gevonden: een kling, het topje van een vuistbijl en twee aan elkaar passende stukken, maar ook klein materiaal in de vorm van afslagen. Later werden nóg twee stukken gevonden die aan dezelfde kern pasten en ook een kling van helleflint. Een uitgebreide zeefcampagne in de omgeving van de opgravingsput leverde nog veel meer vondsten op, waardoor het totaal aan artefacten resulteerde
in 425 stuks. Daaronder bevonden zich meer dan 30 vuistbijlen.
De in situ vondsten kwamen uit een geologische formatie,
waar verweerde keileem aanwezig was en waar kryoturbate verplooingen zich aftekenden. De profielen werden bemonsterd; de vondsten lagen in het keizand.
Bij de presentatie werden negen van de vuistbijlen en een halffabricaat getoond, een (fragment van een) schaaf, een Levallois-afslag van kwartsiet en de refits. Er is ook een vuistbijl met passende afslag aangetroffen. Niekus plaatste de vondsten in het MTA met een datering tussen 50.000 en 100.000 jaar.
De opgraving maakte een uitstekende professionele indruk en de resultaten er van zijn een gelukwens waard.
De inleider, die de site afficheerde als “De eerste MP-vindplaats in situ in Noord-Nederland” noemde het een emotioneel project. Aan het einde van zijn betoog werd hij dan ook door emoties overmand.
A. van der Lee
DE OPMAAT NAAR DE GROTESKE OPVOERING VAN DE NEANDETHALER VAN BALLOO |
DE MAN DIE NIET WILDE VERKOPEN - een eindejaarsvertelling |